Zoals u wellicht al heeft vernomen is de werkkostenregeling (WKR) in de loonbelasting sinds dit jaar verplicht gesteld. Hieronder volgt een toelichting over deze basisbeginselen van deze regeling. Geplaatst: 17 december 2015
Zoals u wellicht al heeft vernomen is de werkkostenregeling (WKR) in de loonbelasting sinds dit jaar verplicht gesteld.
In deze regeling wordt de belastingheffing over vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers geregeld. De WKR kent per werkgever een ‘vrije ruimte’ van 1,2% van de totale loonsom toe waarin verstrekkingen belastingvrij kunnen worden ondergebracht. Voorbeelden van vergoedingen en verstrekkingen die in de vrije ruimte kunnen worden ondergebracht zijn (niet uitputtend): het kerstpakket, vergoeding representatie, fiets vd zaak, niet zakelijke lunch maaltijd, (extern) personeelsuitje, bonus (in ieder geval tot 2,4k). Daarbij geldt een gebruikelijkheidscriterium (max 30% afwijking van gebruikelijkheid in branche).
Daarnaast zijn een aantal verstrekkingen specifiek vrijgesteld/ nihil gewaardeerd van belastingheffing waaronder de vergoeding zakelijke reiskosten (tot €0,19 p/km), studiekosten, verstrekking tot 20% en/of <€500 branch-eigen producten en apparatuur noodzakelijk voor dienstbetrekking (waaronder ter beschikking gesteld telefoonabonnement). Deze hoeven dus niet in de vrije ruimte te worden ondergebracht.
Indien er meer wordt verstrekt dan de vrije ruimte toelaat dan dienen deze verstrekkingen als loon te worden aangemerkt. Onder de WKR dient het eindheffingstarief van 80% te worden toegepast op deze loonbestanddelen. Het 80% tarief klinkt als een hoog tarief maar, zoals in onderstaande voorbeelden is toegelicht, is in de meeste gevallen het verstrekken van loonbestanddelen onder het eindheffing tarief eigenlijk voordeliger dan verstrekking als gewoon loon. Mede hierdoor kan de WKR ook breder worden ingezet als onderdeel van het arbeidsvoorwaardenbeleid.